Neuspiercings worden over de hele wereld en bij alle tribale volkeren gedragen. Bedoeïenen in de het Midden-Oosten droegen neuspiercings, net als Berbers en Beja in Afrika en sommige Aboriginalvolken. Ook bij de Maya's, Azteken en Inca's waren piercings geliefd. Neuspiercings worden vooral gedragen in Pakistan, Bangladesh en India waar hindoeïstische vrouwen vaak een knopje in de linkerneusvleugel dragen. Volgens de ayurvedische geneeskunde een middel tegen menstruatiepijn en pijn bij de bevalling.
Tepelpiercing en genitale piercings behoren ook al eeuwelang tot de tribale lichaamsversieringen, maar vooral de tong en de lippen zijn heel populaire plekken. Lippiercings, zowel labrets en ringetjes werden in de 19e eeuw door ontdekkingsreiziers aangetroffen bij de tlingitvolkeren in Alaska en het is zeker dat zze voorkwamen in Papoea-Nieuw-Guinea en het Amazonegebied. Het rekken van de lippen met pluggen en schotels was populair bij volkeren in heel Zuid-Amerika en Afrika en gebeurt nog steeds bij de Mursivrouwen in Ethiopië, die schotels van wel 15cm doorsnee in hun lip dragen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten